Honderden slachtoffers en nabestaanden wachten nog steeds op laatste hoofdstuk chroom-6
Zeven jaar nadat het RIVM begon aan onderzoek naar de chroom-6-affaire wachten nog altijd honderden slachtoffers en nabestaanden op het laatste hoofdstuk. “Het is beschamend”, stelt letselschadespecialist Yme Drost uit Hengelo, die zaken van zo’n 250 mensen behartigt. “Nee, het is zelfs misdadig”, stelt slachtoffer Theo Even uit Losser. Aldus een artikel in het dagblad Tubantia.
In 2014 begon het RIVM met onderzoek naar een van de grootste arbeidsschandalen bij Defensie. Medewerkers van de zogeheten POMS-locaties (NAVO-depots) in Brunssum, Eygelshoven, Coevorden, Ter Apel en Vriezenveen bleken ernstig ziek te zijn geworden van contact met de coating CARC waarin het giftige chroom-6 zat. Vier jaar later legde het RIVM bloot dat het ministerie al sinds 1973 wist hoe gevaarlijk de verf is, maar dat ze naliet medewerkers te informeren en beschermende maatregelen te nemen. Staatssecretaris Barbara Visser bood haar excuses aan. Het personeel kan sindsdien een schadevergoeding claimen.
Theo Even is een van de 250 slachtoffers van deze chroom-6-affaire. Hij hoorde bij de klokkenluiders die de zaak aan het rollen brachten en kon vervolgens ook Yme Drost van informatie voorzien. Hij had allerlei belastend materiaal verzameld en in een doos bewaard voor het juiste moment. (zie ons dossier hierover).
‘Case closed?’
Maar het boek van het drama is nog altijd niet dicht. In Losser slikt Theo Even (70) dagelijks zijn indrukwekkende dosis medicijnen, die hem op de been houden. 25 tabletten heeft hij nodig en ze herinneren hem steeds weer aan hoe hij als 17-jarige jongen op de Vliegbasis Twenthe bezig was met afbijten, voorbewerken en spuiten van straaljagers.
“We zijn blootgesteld aan allerlei invaliderende stoffen, waaronder chroom-6”, vertelt hij. Dat gebeurde in wat hij de ‘giftige hangar’ is gaan noemen. Nu heeft hij tal van chronische aandoeningen en een auto-immuunziekte. Hij – en met hem meer mensen die op de vliegbasis hebben gewerkt – wachten nog altijd op het laatste hoofdstuk van het RIVM.
Even doet er alles aan om de aandacht ervoor niet te laten verslappen. Zo stuurt hij belangstellenden en leden van de Tweede Kamer geregeld brieven, zoals nog maar onlangs onder de titel ‘Ik wil het wel vergeten, maar het lukt niet’. Ook probeerde Even het RIVM-rapport al eerder in handen te krijgen. Hij deed daarvoor een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur, zodat hij het concept alvast zou kunnen zien.
Voortgang
Het allerlaatste chroom-6-onderzoek waar mensen als Even op wachten is al wel klaar, weet de Lossenaar. Het is uitgesteld en uitgesteld en weer wat aangepast, en ligt nu bij het ministerie van Defensie om voorzien van de reactie van Visser naar de Tweede Kamer te worden gestuurd. Visser verwacht dat het in juni zover is.
Net als Even kijkt ook letselschadespecialist Yme Drost reikhalzend uit naar het laatste rapport van het RIVM. Hopelijk biedt het hem dan meer handvatten om voor zijn cliënten reële schadevergoedingen te vragen. Wel tekent Drost daarbij aan dat veel ten onrechte niet uitgezocht blijft, zoals de schadelijkheid van andere giftige stoffen waar het personeel mee moest werken. Als voorbeeld noemt hij vliegtuigbrandstof dat voor schoonmaakwerkzaamheden werd gebruikt.
De afgelopen jaren werd al duidelijk dat de inzichten daarover veranderen. Een voorbeeld daarvan is het ontstaan van strottenhoofdkanker. Aanvankelijk werd de kans hierop als gevolg van chroom-6 zo goed als afwezig geacht. Maar nieuw onderzoek in 2019 veranderde dat inzicht: chroom-6 wordt er nu van verdacht ook deze ziekte bij mensen te kunnen veroorzaken.
Belangrijk
Yme Drost legt uit waarom het rapport zo van belang is. Dit onderzoek richtte zich op alle andere locaties van Defensie waar medewerkers ook met chroom-6 in aanraking zijn gekomen, waaronder vliegbasis Twenthe. Als het goed is geeft het rapport per functie en werkplek weer in welke mate mensen zijn blootgesteld.
Er is nog een ander belangrijk aspect. Drost zegt dat er mogelijk een herziening komt van de aandoeningen die erkend worden als zijnde een gevolg van onvoldoende beschermd werken met deze giftige stof. Dan wordt de groep voor wie het van betekenis is nog groter: namelijk iedere betrokken, ongeacht of die nu op een POMS-site werkte of niet.
Drost zegt dat hij op dit moment weinig meer kan doen dan het rapport en de reactie van de staatssecretaris Visser afwachten. Het beroep op de Wet openbaarheid van bestuur door Theo Even werd afgewezen. De motivering per brief luidde dat onderzoek in vertrouwelijkheid moet kunnen plaatsvinden om de kwaliteit ervan te waarborgen. Bovendien duurt het nog maar even en dan kan het maatschappelijke debat losbarsten.
Even verwijst nog naar de commissie-Heerts die in opdracht van het kabinet onderzocht hoe de afhandeling van beroepsziekteclaims kan worden vereenvoudigd. Heerts constateerde dat mensen die ziek zijn geworden door werk waarbij ze zijn blootgesteld aan schadelijke stoffen ‘snel en zonder hoge drempels’ een beroep kunnen doen op een financiële tegemoetkoming. Staatssecretaris Visser wil dat bezien.
BRON: Tubantia.nl