Gemeenten, verzekeraars, arbodiensten en andere instanties vragen mensen vaak om hun hele medische dossier bij hun huisarts op te vragen en te overhandigen, terwijl dit helemaal niet mag. Dat stelt de Landelijke Vereniging van Huisartsen op basis van een ondervraging van 175 van haar leden.

De LVH vertegenwoordigt zo’n 11.000 huisartsen en huisartsen in opleiding. Van de ondervraagde artsen zei bijna 60 procent meerdere keren per jaar een verzoek van een patiënt te krijgen om zijn medisch dossier. Negen op de tien geven patiënten inzage, maar eenzelfde aantal artsen vraagt wel waarom mensen hun dossier willen inzien. De reden, of een ervan als patiënten er meerdere hebben, is vaak dat een instantie de patiënt hierom heeft gevraagd, aldus de LHV. Andere vaak genoemde redenen zijn dat een patiënt van huisarts wisselt of de inhoud van het dossier wil controleren.

”Instanties vragen steeds vaker aan patiënten om een kopie van hun medisch dossier op te vragen, terwijl dit helemaal niet mag”, zegt huisarts Carin Littooij, die tevens in het bestuur van de LHV zit.”Het probleem is dat veel patiënten hun rechten niet kennen”, aldus Littooij. ”Twijfel je als huisarts over de verstrekking van de gevraagde informatie, dan is het verstandig dit met de patiënt te bespreken. Daarbij mag het recht van de patiënt op inzage nooit uit het oog worden verloren.’ Een woordvoerder voegt eraan toe dat instanties zich, mits ze daarvoor toestemming krijgen van de patiënt, met een gerichte vraag rechtstreeks tot de zorgverlener – in dit geval de huisarts – moeten wenden. Aldus het nieuwsbericht op NU.nl vandaag.

Ook de Patiëntenfederatie vindt, aldus BNR, dat patiënten niet achteraf maar vooraf moeten worden geïnformeerd als hun medisch dossier wordt ingezien door een zorgverzekeraar. Uit onderzoek van de federatie blijkt dat bijna tachtig procent van de ondervraagden het belangrijk vindt dat vooraf om toestemming wordt gevraagd. ‘We vertellen niet gauw wat we verdienen, en nog minder makkelijk wat er in ons medisch dossier staat’, zegt Dianda Veldman, directeur van de Patiëntenfederatie, ‘mensen zeggen, het is mijn dossier, laat me daar zelf over beslissen’

Afgelopen dinsdag nam de Tweede Kamer hierover een besluit. Namelijk dat patiënten voortaan geïnformeerd moeten worden als de zorgverzekaar een medisch dossier heeft ingezien.  Zorgverzekeraars mogen namelijk de rechtmatigheid en doelmatigheid van geleverde zorg controleren, oftewel fraude-opsporing. Dat betekent dat een zorgverzekeraar onder strenge voorwaarden een deel van een medisch dossier mag inzien, om bijvoorbeeld te kijken of die 40 fysio-behandelingen in één week wel kloppen.

Voor het mogen inkijken van medische dossiers zijn in de wetswijziging wel strikte voorwaarden opgesteld.

  • Het mag alleen een arts zijn van de zorgverzekaar (dus niet de receptionist of manager van de afdeling klachtenbehandeling)
  • Bij het inzien geldt een medisch beroepsgeheim
  • Inzien mag alleen als je aantoonbaar kunt maken dat je op geen andere manier een vermoeden van fraude kunt controleren

Op de verwerking van persoonsgegevens door verzekeraars wordt toegezien door de Nederlandse Zorgautoriteit en de Autoriteit Persoonsgegevens. Het wetvoorstel om de patiënten vooraf te informeren heeft het dinsdag niet gehaald. De Eerste Kamer moet nog wel haar goedkeuring uitbrengen over deze wetswijziging.

Tegenstanders van deze wetswijziging zien een aantasting van het medisch beroepsgeheim, een hoeksteen van de zorg. Het is essentieel dat een burger vrijuit met artsen kan spreken. Dat komt de behandeling ten goede. Het is cruciaal dat de gegevens niet met derden gedeeld worden die het voor andere doeleinden kunnen gebruiken – denk aan werkgevers, banken, verzekeraars, roddelbladen, twitteraars of chanteurs.

Meer informatie over dit onderwerp kunt u hier vinden.