Blijvend letsel na een ongeval: slachtoffers liggen soms jarenlang in de clinch met de verzekeraar over de hoogte van de schadevergoeding. Hoe eerlijk is deze strijd? Het programma De Monitor van KRO/NCRV besteedde gisteren in haar TV-uitzending aandacht aan dit onderwerp. Want verzekeraars zien slachtoffers van letselschade soms als verdachten en dat is een kwalijke zaak.

Afwikkeling schade mondt uit in uitputtingsslag

Wat gebeurt er als je door een ongeval buiten je schuld letsel oploopt en je de schade wilt verhalen op de verzekeraar van de tegenpartij? Is dat een eerlijke strijd? Het gaat om verkeersslachtoffers die geen schuld hebben en dus recht op van de geleden schade. De praktijk leert dat de afwikkeling van een schadeclaim kan uitmonden in een jarenlange uitputtingsslag. Na een oproep van De Monitor komen tientallen schrijnende voorbeelden binnen.

In eerste instantie lijken de meeste verzekeraars wel mee te werken aan het uitbetalen van een schadevergoeding. Echter, als het gaat om de vergoeding van de vervolgschade, zoals bijvoorbeeld blijvende letselschade, dan verandert soms die welwillendheid. Vaak draait het om de bewijslast rond de causaliteit: het kunnen aantonen dat de vervolgschade ook werkelijk veroorzaakt is door het ongeval en niet door zaken van voor (of zelfs na) het ongeval.

Helaas grijpt de verzekeraar soms álles in het dossier aan om maar onder de schadeclaim uit  te komen. Er is geen wil om het op te lossen. Alle registers worden uit de kast getrokken om maar geen schade uit te hoeven keren. De dossierbehandeling kan dan verzanden in een spelletje van tegenstrijdige dossiers van verschillende medische adviseurs, waarbij de verzekeraar steeds doorspeelt op de negatieve of twijfelachtige conclusies. Zelfs nadat een rechter nieuwe adviseurs heeft aangewezen, kan de zaak nog jaren duren en komt het zelfs voor dat de verzekeraar de schadeclaim daarna alsnog afwijst!

Ongelijke strijd

Het lijkt een ongelijke juridische strijd tussen slachtoffer en verzekeraar. Want wie betaalt die hele juridische strijd?  De verzekeraar heeft geld genoeg om een batterij aan (medische) deskundigen in te schakelen, maar dat is door het slachtoffer niet te financieren. Dat is een ongelijke en oneerlijke strijd. Yme Drost, belangenbehartiger van letselschadeslachtoffers, maakt tegen dergelijke praktijken nadrukkelijk bezwaar.

Medisch adviseur onafhankelijk?

Ook belichtte de uitzending van De Monitor de vraag in hoeverre de medische adviseurs van de verzekeraar of van de letselschadespecialist onafhankelijk zijn. Ze worden wel geacht een onafhankelijk en onpartijdig oordeel te geven. Maar gebeurt dat ook? Volgens Yme Drost is het bekend in de letselschadepraktijk, dat verzekeraars bij hun keuze van medische adviseurs lijsten hebben van artsen die altijd op de hand van de verzekeraars rapporteren. Of ze zoeken net zo lang tot ze een arts gevonden hebben die voor hen gunstig rapporteert. Dat mag eigenlijk niet kunnen, vindt Drost.

De onafhankelijheid van de medische adviseur is dan wel vastgelegd in de Gedragscode Behandeling Letselschade , maar die objectiviteit en onafhankelijkheid is juridisch en feitelijk niet haalbaar. Het Verbond van Verzekeraars wil zelf ook iets doen aan het getouwtrek tussen medisch adviseurs. Ze is daarom begonnen met een experiment met één medisch adviseur, die beide partijen (dus zowel slachtoffers, als verzekeraar) vertegenwoordigt. Die medisch adviseur moet dan wel geaccepteerd worden door de betrokken partijen. Misschien is dat de oplossing.

U kunt de hele uitzending terugzien op de website van de NPO.