Afgelopen 21 juni was er opnieuw een uitspraak in een Metaal op Metaal (MOM) heup zaak. Een aantal gedupeerden met een heup(deel) van Biomet waren naar Rotterdam gekomen, omdat zij klachten hadden ten gevolge van loslatende metaaldeeltjes na plaatsing van de betreffende heup.

In mei 2013 verscheen er al een rapport van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) naar aanleiding van klachten over de metaal-op-metaal-heupimplantaten. Sommige patiënten bleken te reageren op metaalionen die door wrijving in de prothese vrijkwamen. Bij hen veroorzaakte een overgevoeligheidsreactie gezondheidsschade in het omliggende weefsel. Daarnaast waren er pijnklachten en andere gezondheidsklachten. (zie ons eerdere Nieuwsbericht hierover). Diverse rechtzaken zijn sindsdien gevoerd in een poging de producenten van dit type heupprothesen aansprakelijk te stellen voor geleden gezondheidsschade.

Geen uitspraak

Helaas heeft de rechter ook nu geen uitspraak kunnen doen. Biomet wordt uitgenodigd om aan te tonen dat zij er genoeg aan heeft gedaan om de plaatsende specialisten, de ziekenhuizen en de patiënten goed in te lichten over de risico’s die deze betreffende heup opleverden voor de patiënten. Zo stelt Biomet dat zij cursussen en instructie heeft gegeven en dat een vertegenwoordiger van Biomet aanwezig was bij elke eerste plaatsing die een specialist uitvoerde. Daarnaast stelt Biomet dat zij geen mogelijkheid had om de patiënten over de hoofden van de specialisten in te lichten over de gevaren van het plaatsen van een MOM-heup. De rechtbank vraagt zich af of dit zo is. Biomet had hierover wellicht wat duidelijker kunnen zijn op haar website.
Daarnaast speelt de vraag of het ziekenhuis of de specialist niet ook als producent gezien moeten worden nu de betreffende heup in delen wordt geleverd en door de betreffende arts op maat wordt aangepast en ingebracht.

Nader onderzoek

Voor nu buigt de rechtbank zich over de vraagstelling inzake een tweetal deskundigenverzoeken. Er moet een deskundigenonderzoek worden gedaan door een orthopeed en door een toxicoloog/biochemicus. De rechtbank verwacht dat deze onderzoeken tegelijkertijd kunnen worden verricht. Terwijl de rechtbank nadenkt over de vraagstelling nodigt zij Biomet, de specialisten en de ziekenhuizen expliciet uit om haar (onderbouwd) in te lichten over het informed consent.

Vraagstelling

Tot nu toe overweegt de Rechtbank de volgende vraagstelling:

(Aan orthopedisch chirurg)
– bestond er in de periode 2004-2007 een protocol of anderszins overeenstemming binnen de orthopedische beroepsgroep omtrent het plaatsen van MoM-heupprotheses, van Biomet en/of haar concurrenten? Wat hielden die in?
-wat zijn in het algemeen de gevolgen van een heupoperatie als hier aan de orde voor de gezondheid, wat betreft beweging, pijn, risico’s, neveneffecten etc.?

(Aan biomechanicus)
-wat zijn de mechanische processen die bij de MoM-heupprotheses van eisers een rol spelen?
-in hoeverre leveren die, bij correcte plaatsing, en normaal gebruik, op dat metaaldeeltjes (en/of ionen) vrijkomen? Hoe groot zijn die deeltjes? Om wat voor deeltjes gaat het precies?
-om welke hoeveelheden gaat het, zijn er factoren die van invloed zijn op die hoeveelheden?
-hoe, hoe ver en hoe snel verplaatsen dergelijke deeltjes zich (bloed/zachte weefsels/bot)?
-is er op het punt van het vrijkomen van deeltjes verschil tussen de diverse typen (M2a 38-, Magnum, ReCap)?

(Aan toxicoloog/biochemicus)
-wat zijn de effecten van chroom- en kobaltdeeltjes in het lichaam (bloed/serum/weefsels) op de gezondheid en het welbevinden van de patiënt? Is sprake van pijn, belemmeringen in de bewegingen, aantastingen van weefsel?
-(nadat kennis is genomen van de deelrapportage van de biomechanicus) wat zijn de effecten van de deeltjes op korte (enige weken/ maanden) middellange (6-18 maanden) en lange (>18 maanden) termijn?
-in hoeverre richten die deeltjes blijvende schade aan?

Voor de volledige uitspraak verwijzen we naar ECLI: NL: RBROT 2017:4825/