Vandaag is een koninklijk besluit in werking getreden dat voor een periode van tien jaar de aansprakelijkheid voor terrorismeschade in de luchtvaart beperkt. Het betreft het Tijdelijk besluit limitering aansprakelijkheid voor terrorismeschade luchtvaart. Feitelijk betreft het hier een verlenging van een eerder besluit dat vandaag is komen te vervallen.

Het gaat in het besluit om schade als gevolg van het niet naar behoren naleven van beveiligingstaken, waardoor één of meer personen opzettelijk en met een terroristisch oogmerk schade hebben kunnen toebrengen aan derden. Het besluit beperkt in die gevallen de schade tot een bedrag per gebeurtenis, waarvoor de aansprakelijke ten tijde van het voorval redelijkerwijs ten hoogste verzekeringsdekking kon verkrijgen.

Het besluit regelt verder dat de aansprakelijke partij geen beroep kan doen op het besluit, indien bewezen is dat de schade is ontstaan door zijn handelen of nalaten. Dat geldt zowel als er sprake is van opzet, dan wel roekeloos handelen vanuit de wetenschap dat die schade er waarschijnlijk uit zou voortvloeien.

Dreigingsniveau in Nederland “substantieel”

De verlenging vindt onder meer zijn grondslag in het Dreigingsbeeld Terrorismebestrijding Nederland (DTN). Het DTN is een globale analyse van de nationale en internationale terroristische dreiging tegen Nederland en Nederlandse belangen in het buitenland. Om het dreigingsniveau te duiden, kent het DTN een schaal van vier gradaties: minimaal, beperkt, substantieel en kritiek. Uit het meest recente DTN blijkt dat het dreigingsniveau in Nederland “substantieel” is. Dit betekent dat de kans op een aanslag tegen Nederland reëel is, zo valt uit de toelichting op het nieuwe besluit op te maken.

Schade door overlijden of letsel heeft voorrang

Nadrukkelijk is in het besluit bepaald dat de vorderingen wegens schade door overlijden of letsel, voorrang hebben boven andere vorderingen, één en ander tot een maximum van tweederde van het totaal beschikbare bedrag.

Niet van toepassing op vliegtuigongevallen

Het besluit is niet van toepassing op de aansprakelijkheid van de luchtvervoerder, indien enige internationale regeling van toepassing is inzake aansprakelijkheid voor passagiers en hun bagage, of vervoerde vracht. Een voorbeeld van zo’n internationale regeling is bijvoorbeeld het Verdrag van Montréal. Volgens letselschade-expert Yme Drost betekent dat, dat schade als gevolg van vliegtuigongevallen buiten het toepassingsbereik van de nieuwe regeling vallen.

Het Tijdelijk besluit limitering aansprakelijkheid voor terrorismeschade luchtvaart vindt u hier.