Meer tramongevallen door fietsers en voetgangers

Het aantal tramongevallen in de grote steden van Nederland neemt schrikbarend toe. De oorzaak van deze grote toename tramongevallen is dat vooral fietsers en voetgangers het gevaar van trams onderschatten. Hierdoor moeten trams steeds vaker een noodstop maken. Het aantal ongelukken en bijna-ongelukken neemt vooral toe door onoplettendheid, aldus de Haagse vervoerder HTM in de Telegraaf. De telefoon, appen en muziek in de oren spelen daarbij een belangrijke rol.

De toename van het aantal ongevallen en bijna-botsingen blijkt uit cijfers van de HTM. Die cijfers zijn onder meer gebaseerd op een onderzoek van TU Delft. “Alleen al in Den Haag maken trambestuurders gemiddeld veertig keer per dag een noodstop, terwijl ze voorrang hebben”, zegt directielid Ernst Moeksis van HTM.
Deze noodstops zijn vaak nodig omdat een voetganger of fietser nog snel even voor de tram langs wil op het moment dat de trambestuurder al de alarmbellen van de tram laat rinkelen. Of omdat mensen niet goed opletten en afgeleid zijn.

Waarschuwingssysteem

Volgens Moeksis moet er landelijke actie worden ondernomen. “Wij zijn in gesprek met de gemeente Den Haag, maar andere tramsteden hebben hetzelfde probleem. De Tam Waarschuwings Installaties (TWI) met alarmbellen en knipperlichten op oversteekplaatsen klinken overal anders, ze gaan te vroeg of te laat af en staan soms op de verkeerde plekken. Ze worden daardoor steeds vaker genegeerd”. Er moet volgens HTM meer eenheid komen in de signalering en waarschuwing. Omdat de TWI geen formele status heeft, zijn de signalen in elke gemeente verschillend. “Nu zorgt de TWI voor schijnveiligheid, waardoor weggebruikers de risico’s niet meer zien”, meent Moeksis. Volgens hem zou het waarschuwingssysteem standaard moeten worden opgenomen in de verkeerswetgeving. Ook zou de rijksoverheid meer aandacht moeten geven aan trams.

Tramongelukken

Volgens het (afstudeer)onderzoek van de TU Delft zijn aanrijdingen van voetgangers en fietsers door een tram vaak te wijten aan een falend waarschuwingssysteem. Het storingsniveau van de TWI blijkt te hoog. Het systeem gaat af en toe te laat of juist te vroeg af, waardoor er wantrouwen bij verkeersdeelnemers ontstaat. Ook is er kritiek op het geluid en de afstemming tussen verkeersinstallaties.
Maar niet alleen de TWI is een structurele oorzaak van ongelukken. Volgens de HTM zijn er naar schatting jaarlijks in Nederland meer dan honderd ongevallen met trams, waarvan het gemiddeld een paar keer fataal afloopt. Maar in slechts 2 procent van de incidenten valt de bestuurder wat te verwijten, aldus de HTM. Dat betekent dat de tram ten onrechte geen voorrang heeft gekregen.

Gevaarlijk

Veel fietsers en voetgangers  houden er te weinig rekening mee dat een tram niet zo maar even kan stoppen of uitwijken. Met onoplettendheid of risicovol gedrag kunnen ze gevaarlijke situaties creëren. Het aantal bijna-aanrijdingen met trams wordt niet bijgehouden. Gezien het aantal dagelijkse noodstops zullen dat er vele tientallen zijn.
Dat fietsers en voetgangers in de grote steden het gevaar van trams onderschatten, wordt door de vervoersbedrijven zeker wel onderkend. De trambestuurders wordt steeds gewezen op hun zorgvuldigheidsplicht met name bij de kwetsbare verkeersdeelnemers: voetgangers en fietsers. De vervoersbedrijven leiden hun trambestuurders goed op en leren hen te anticiperen op onoplettende fietsers en voetgangers. Ze doen wat ze kunnen om aanrijdingen te voorkomen, maar veilig verkeer is nu eenmaal een gedeelde verantwoordelijkheid van alle weggebruikers. Niet alleen de trambestuurder moet alert zijn.
De GVB van Amsterdam heeft onlangs als proef sensoren geplaatst aan de voorkant en op de zijkanten van de trams. Deze geven een signaal als de tram bijna in contact komt met een obstakel. Het zal niet alles oplossen, maar wel helpen, aldus de GVB.

Aansprakelijkheid

Volgens de wet moeten overige weggebruikers een tram altijd voorrang geven op (gelijkwaardige) kruispunten en tijdens het afslaan. De tram moet wel stoppen voor rood licht en de voorrangsborden respecteren. Wanneer een voetganger of fietser is aangereden door een tram, zal eerst moeten worden vastgesteld of men zich aan de voorrangsregels heeft gehouden. Niet iedereen is op de hoogte van de bijzondere voorrangsregels van de tram. In de grote steden, waar vaak de instelling is: ‘wie het eerst is, neemt voorrang’, leidt dat ook vaak tot aanrijdingen.  Wanneer een voetganger of fietser door een tram is aangereden omdat hij of zij niet oplette of geen voorrang verleende aan de tram, kan de trambestuurder toch aansprakelijk worden gesteld.
Een trambestuurder valt ook onder artikel 185 van de wegenverkeerwet (WVW). Daarin wordt bepaald dat motorvoertuigen extra rekening dienen te houden met zwakke (kwetsbare) verkeersdeelnemers. Als een voetganger of fietser aangereden is door een tram, dan is de trambestuurder voor minimaal 50 procent aansprakelijk. En als de voetganger of fietser niets te verwijten valt op het moment van de aanrijding door de tram, dan heeft hij recht op volledige schadevergoeding.

Wanneer u als voetganger of fietser bent aangereden door een tram en daarbij letselschade heeft opgelopen, kunt u een schadevergoeding eisen van de betreffende vervoersmaatschappij. Het is verstandig om daarvoor een letselschade-expert in de arm te nemen. Die kan namens u contact opnemen met de verzekeraar van de trammaatschappij. Door deze rechtsbijstand heeft u de meeste kans op een volledige vergoeding van alle materiële en immateriële schade. En in sommige gevallen ook voor smartengeld.
Wilt u meer weten over letselschadevergoeding na een botsing met een tram, neem dan gerust vrijblijvend en kosteloos contact op met Drost Letselschade. Dit kan via ons gratis telefoonnummer: 0800-2490300. Wij helpen u graag met raad en daad.

BRON: de Telegraaf en NOS