Op 8 maart 2016 heeft de minister van defensie Hennis-Plasschaert de vragen van D66, over de berichten dat er nog steeds onveilig zou worden gewerkt met chroom-6,  schriftelijk aan de Tweede Kamer beantwoord.

Begin februari van dit jaar kopte het Noord Hollands Dagblad met “Alarm om kankerverwekkend chroom-6 in marinewerf Den Helder?” In een werkhal van de marinewerf was een besmetting met de giftige chroom-6 geconstateerd, waarop de hal gesloten werd verklaard. Defensie meldde, dat er metingen waren verricht in het oude stofafzuigsysteem, dat al ontmanteld was om plaats te maken voor een nieuw en veiliger systeem. Vanuit de Tweede Kamer werd toen de minister om opheldering gevraagd over deze zaak.

Resultaten onderzoek

Tijdens de ontmanteling van een oude schuurcabine en het afzuigsysteem zijn preventief veegmonsters genomen die zijn onderzocht op de aanwezigheid van chroom-6. Dat werd daar inderdaad ook aangetroffen. Maar op basis van veegmonsters alleen kan volgens de minister niet de conclusie worden getrokken dat personeel is blootgesteld aan chroom-6. Daarom zijn er daarna ook luchtmetingen uitgevoerd en is het personeel in de gelegenheid gesteld om een urinemonster te laten analyseren. De aanvullende luchtmetingen hebben echter geen aanwezigheid van chroom-6 aangetoond. Ook de analyse van de urinemonsters hebben geen verhoogde waardes laten zien.

Veiligheid rond chroom-6

Op de vraag of er bij defensie nog steeds gewerkt wordt met stoffen die het giftige chroom-6 bevatten, verklaart de minister dat defensie al jarenlang bezig is met het uitfaseren van gevaarlijke stoffen, waaronder chroom-6 verf. Wanneer er geen alternatief voor chroomhoudende verf voorhanden is, moet volgens de Arbowetgeving de blootstelling worden beperkt tot een niveau dat zo laag als technisch mogelijk is. Er mag alleen onder gecontroleerde omstandigheden worden gewerkt met chroom-6. In oktober 2015 is een zgn. Aanwijzing uitgegeven over veilig werken met chroom-6. Naast werkinstructies schrijft de aanwijzing ook veiligheidsmaatregelen voor in het geval er toch moet worden gewerkt met chroomhoudende verf (alleen wanneer er geen gelijkwaardige toepasbare alternatieven mogelijk zijn). Aldus de minister in haar beantwoording van de kamervragen.