Niet alleen in kunstgraskorrels zitten giftige stoffen, ook rubberen tegels op speelplaatsen bevatten te veel chemicaliën, zeggen twee vooraanstaande hoogleraren Toxicologie.

Afgelopen weken ontstond ophef over de rubber korrels op kunstgrasvelden. In een uitzending van Zembla stelden wetenschappers dat het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu nooit goed heeft onderzocht of kankerverwekkende stoffen in dit zogeheten rubbergranulaat schadelijk zijn voor sporters.

Onderzoeken

Het onderzoek van het RIVM naar de effecten van giftige korrels uit autobanden moet zo snel mogelijk worden afgerond. Dat zei PvdA-Kamerlid Yasemin Çegerek afgelopen dinsdag tegen BNR. Ze zal samen met haar collega Tjeerd van Dekken Kamervragen stellen aan minister Edith Schippers van Volksgezondheid.
Volgens het kamerlid moet er zo snel mogelijk meer informatie naar buiten komen. ‘Het is goed dat de twee onderzoekers dit aan de orde hebben gesteld. Op veel speelplaatsen liggen deze rubberen tegels en daarom willen we dat dit onderzoek snel wordt afgerond, zodat we kunnen kijken wat we met deze tegels moeten. Eigenlijk moeten we niet spullen gaan gebruiken waarvan we al vermoeden dat ze slecht zijn voor de gezondheid van onze kinderen.’

Giftige stoffen

Volgens de hoogleraren die BNR sprak bevatten ook de rubbertegels op speelplaatsen te veel chemicaliën. ‘De tegels zijn vrijwel zeker ook gemaakt van gebruikte autobanden’, zegt hoogleraar Toxicologie Martin van den Berg. ‘We hebben de laatste tijd gezien dat die autobanden toch behoorlijk wat giftige stoffen bevatten.’ Die giftige stoffen bestaan volgens Van den Berg onder andere uit zogeheten PAK’s, die kankerverwekkend kunnen zijn.
De Europese Unie is nog bezig met een onderzoek om te bepalen hoeveel van deze giftige stoffen in een kilogram rubber mogen zitten. ‘Die grens ligt momenteel op één milligram per kilogram voor volwassenen en op een halve milligram per kilogram voor kinderen.’ Van den Berg pleit ervoor om de rubbertegels als consumentenproduct aan te merken. Kinderen op speelplaatsen komen er namelijk lijfelijk mee in contact. ‘Ik zie niet waarom je andere normen moet stellen voor dit type rubber, dat toevallig gemaakt is van autobanden.’

Risico’s

Zowel sportverenigingen als andere voorzieningen waar kunstgras als speelplek wordt gebruikt, roeren zich na de uitzending. Het RIVM komt er niet goed vanaf, nu uit de Zembla-reportage blijkt dat hun conclusie dat kunstgras veilig is, gebaseerd is op zeer mager onderzoek. Het RIVM blijft bij het standpunt dat spelen op kunstgras veilig is, maar wil wel een verbeterd onderzoek doen naar de mogelijke gevaren van kunstgras. De organisatie adviseert ouders en verzorgers wel om kinderen te laten douchen nadat zij hebben gesport op kunstgras.
Diverse organisaties wachtten nader onderzoek niet af en hebben intussen zelf al besloten dat op bepaalde sport- of speelvelden niet gespeeld mag worden. Ook worden sommige velden al onder handen genomen, worden de rubberkorrels afgezogen en vervangen door kurkkorrels, of worden velden opnieuw ingericht.

Rubber slijtstof

Een ander aspect bij giftige stoffen in rubbergranulaat wordt verwoord door Jan-Henk Welink, initiator van het Kennisplatform Duurzaam Grondstoffenbeheer. In het Haarlems Dagblad zegt hij de ophef over de kunstgrasvelden en de rubberen tegels van gerecyclede autobanden wel te begrijpen, maar moeten we ons volgens hem misschien meer zorgen maken over de slijtstof van autobanden.
Als het gaat om autobanden, wijst Welink op onderzoek dat vorig jaar is uitgevoerd door TNO en Deltares. Hieruit blijkt dat we worden blootgesteld aan grote hoeveelheden autobandenslijtstof. Dit gruis komt terecht in de bodem, het riool, de lucht én in het oppervlaktewater. TNO en Deltares becijferden dat jaarlijks circa duizend ton autobandenslijtstof in het oppervlaktewater terecht kwam. Het is volgens de onderzoekers aannemelijk dat dit slijtstof ook in de voedselketen terecht komt.
Eind vorig jaar werden er Kamervragen gesteld over het bandengruis. De uitkomsten van een vervolgonderzoek door het RIVM bleven echter buiten de publiciteit. Het is nog vooralsnog onduidelijk in welke mate we aan bandenslijtstof worden blootgesteld en welke effecten dit oplevert voor de volksgezondheid