Het vernietigen van de beschikking van 27 juni 2012 van de rechtbank in Assen, waarbij de pedofielenvereniging Martijn werd verboden en moest worden ontbonden, is bij de Hengelose letselschadespecialist Yme Drost slecht gevallen. Maar tegelijk is hij zeer strijdvaardig. “We hebben de slag op dit moment verloren, maar ik ben ervan overtuigd dat we op termijn de oorlog winnen.”
Naar het oordeel van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zijn de werkzaamheden van de pedofielenclub wel strijdig met de openbare orde, maar is er geen sprake van dreigende ontwrichting van de samenleving. Daardoor is volgens het hof een verbod onmogelijk.
In een verklaring zegt het hof over de uitspraak van dinsdag: “Bij de beoordeling van de vraag of de vereniging moet worden verboden, stonden twee vragen centraal. Vormt haar aanwezigheid een ernstige aantasting van als wezenlijk ervaren beginselen van ons rechtsstelsel? En als dat zo is, kunnen die gedragingen onze samenleving ontwrichten?”
Op de eerste vraag is het antwoord van het hof bevestigend. “Door de keuze van het op de site gepubliceerde materiaal bagatelliseert de vereniging de gevaren van seksueel contact met jonge kinderen, praat ze die goed en verheerlijkt deze zelfs.”
Het hof concludeert echter ook dat de werkzaamheden van de vereniging de samenleving niet (kunnen) ontwrichten. “De samenleving is voldoende weerbaar om zich te weer te kunnen stellen tegen ongewenste uitingen en verwerpelijke maar niet strafwaardige gedragingen, waarvan in dit geval sprake is.”
Yme Drost: “Deze uitspraak is zeer teleurstellend. Vooral omdat het hof nadrukkelijk overweegt dat de vereniging Martijn op haar website wel degelijk inbreuk maakt op de seksuele integriteit van kinderen. Kinderen vormen een erg belangrijk deel van die samenleving, zonder hen heeft die geen toekomst. Als een vereniging zo duidelijk seks met kinderen verheerlijkt en zelfs aanmoedigt, beschouw ik dat als een ontwrichting van kinderen, van een deel van de samenleving en van de samenleving als geheel. Ik hoop dat het OM van deze uitspraak van het hof in cassatie gaat bij de Hoge Raad en dat die een oordeel geeft in hoeverre de mogelijkheid er is om de vereniging te verbieden. Mocht de Hoge Raad oordelen dat een verbod niet mogelijk is, dan is de politiek aan zet om dat toch te realiseren.”
Yme Drost zal bij een negatief oordeel van de Hoge Raad namens zijn cliënten een beroep doen op de Raad van Europa. “In dat geval moeten we vaststellen dat Nederland het Verdrag van Lanzarote zowel straf- als civielrechtelijk onvoldoende in nationale wetgeving heeft geïmplementeerd. Het kan niet zo zijn dat een vereniging oproept en goedvindt dat volwassenen seksuele contacten hebben met kinderen. Dat druist naar mijn mening volledig in tegen de bedoelingen van het Verdrag van Lanzarote en andere verdragen die de rechten van het kind beschermen. Als mocht blijken dat artikel 2:20 van het Burgerlijk Wetboek, naar haar huidige tekst, geen mogelijkheid biedt om de vereniging Martijn te verbieden en ook daarnaast strafrechtelijk ingrijpen niet mogelijk is, dan zal naar mijn stellige overtuiging Nederland als partij bij het Verdrag van Lanzarote haar wetgeving moeten aanpassen.”
Het verdrag van Lanzarote bepaalt onder meer:
Artikel 4 Beginselen
Elke Partij neemt de wetgevende of andere maatregelen die nodig zijn om alle vormen van seksuele uitbuiting en seksueel misbruik van kinderen te voorkomen en om kinderen te beschermen.
Artikel 8. Maatregelen gericht op het algemene publiek
1. Elke Partij voert bewustwordingscampagnes uit, of bevordert deze, gericht op het algemene publiek waarin informatie wordt gegeven over het verschijnsel seksuele uitbuiting en seksueel misbruik van kinderen en over preventieve maatregelen die kunnen worden genomen.
2. Elke Partij neemt de wetgevende of andere maatregelen die nodig zijn om de verspreiding van materiaal waarin de overeenkomstig dit Verdrag strafbaar gestelde feiten worden gepromoot, te voorkomen of te verbieden.”