De Hengelose chloorfabriek van AkzoNobel is in verlegenheid gebracht door de vondst van een doos met vertrouwelijke informatie. In de doos zaten onder meer bescheiden met betrekking tot een door Akzo getroffen schikking met een werknemer, die vermoedelijk een kwikvergiftiging met blijvend letsel had opgelopen.

Vertrouwelijke informatie

In Hengelo werd onlangs een verhuisdoos gevonden, die gedumpt was bij een oud bedrijfsterrein. De doos bevatte cd’s, een aantal enveloppen en een stapel e-mails. De duidelijk privacygevoelige e-mails waren afkomstig van AkzoNobel en betroffen een niet eerder in de openbaarheid gekomen zaak uit de tijd dat er nog met kwik werd gewerkt in de Hengelose chloorfabriek. De correspondentie ging over een zieke werknemer, die het bedrijf voor zijn ziekte verantwoordelijk hield. Het is begrijpelijk dat Akzo niet blij is, dat deze ‘geheime’ informatie op straat is beland. Akzo-directeur Peter de Jong wil de doos graag meteen weer in zijn bezit krijgen en heeft er bij de Autoriteit Persoonsgegevens melding van gemaakt, dat privacygevoelige informatie is uitgelekt. Niet alleen van Akzo zelf, maar ook van de betrokken voormalige werknemer.

Schadevergoeding betaald

Uit de documenten zou blijken, dat AkzoNobel in 2014 een schadevergoeding heeft betaald aan een tijdelijke medewerker, die in 2003 vermoedelijk een kwikvergiftiging opliep waaraan hij blijvend letsel overhield. Dat meldt het Dagblad Tubantia naar aanleiding van de vondst van de geheimzinnige doos. Hoewel er toentertijd geen aansprakelijkheid voor de kwikvergiftiging werd erkend en de vergiftiging door kwikdampen zelfs bestreden werd, liet Akzo het niet tot een rechtszaak komen en is er uiteindelijk een schikking getroffen met de werknemer. Over de schikking zelf werd geheimhouding overeengekomen.

Moeilijke bewijslast

Dat de zaak zoveel jaren heeft voortgesleept voordat er een regeling werd getroffen, had te maken met de bewijsvoering. Uit de stukken blijkt, dat er medische adviezen waren, die de ziekteclaim van de werknemer ondersteunden. Ook de eigen medisch expert van Akzo concludeerde dat de man tijdens zijn werk als monteur blootgesteld is aan kwikdampen boven de wettelijke norm.

De medewerkers hadden persoonsbeschermende middelen, zoals luchtmaskers. “Als die volgens voorschrift werden gedragen, bleven we altijd binnen de richtlijnen voor de toegestane hoeveelheid kwik in hun urine”, aldus Akzo-directeur Peter de Jong. Al vanaf 1951 testte Akzo de urine van iedereen die werkte met kwik. De richtlijnen zouden nooit zijn overschreden, aldus Akzo. Een aantal getuigen binnen Akzo verklaarde dat het bedrijf altijd voldoende veiligheids- maatregelen nam en daarop toezag. Toch kon niet onomstotelijk bewezen worden dat de gezondheidsschade van de werknemer niet was veroorzaakt door de kwikblootstelling. Daarom durfde AkzoNobel het destijds niet tot een rechtszaak over de aansprakelijkheid te laten komen en is er uiteindelijk een schikking tot stand gekomen.

Bron: Tubantia