Een wetsvoorstel dat de mogelijkheid tot vergoeding van affectieschade regelt ligt al enige tijd bij de Eerste Kamer.  Vorig jaar mei werd het al in de Tweede Kamer met algemene stemmen aangenomen. Afgelopen vrijdag ontving de Eerste Kamercommissie voor Justitie en Veiligheid (J&V)  een nadere memorie van antwoord van minister Sander Dekker. Naar aanleiding daarvan wordt op 20 maart a.s. bepaald hoe de verdere voorbereiding zal verlopen en wanneer de plenaire behandeling kan plaatsvinden.

Dit wetsvoorstel regelt in het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht de mogelijk tot vergoeding voor affectieschade. Met dit voorstel krijgen nabestaanden van overleden slachtoffers en naasten van slachtoffers met ernstig en blijvend letsel als gevolg van bijvoorbeeld een verkeersongeluk, medische fout, bedrijfsongeval of geweldsmisdrijf recht op vergoeding. Vergoeding van affectieschade kan het leed (het verdriet) van de partner van het slachtoffer, zijn kinderen en ouders niet wegnemen, maar biedt wel erkenning en genoegdoening en helpt bij de verwerking.

Met dit voorstel komt de regering tegemoet aan de behoefte van nabestaanden en naasten aan aandacht voor de emotionele gevolgen van een ongeval. Een vergoeding van affectieschade komt te liggen tussen de 12.500 en 20.000 euro, te betalen door de partij die aansprakelijk is voor het ongeval. Door te variëren in categorieën en in de omvang van de vergoeding, houdt het systeem rekening met de persoonlijke omstandigheden van nabestaanden en naasten.

Antwoorden

De minister reageert in deze memorie onder andere op vragen die vanuit de fracties van de VVD en het CDA waren gesteld. In zijn introductie op de antwoorden zegt hij het volgende: “Slachtofferhulp Nederland, het Fonds Slachtofferhulp, de ANWB, de Vereniging van Letselschade Advocaten (LSA), de Letselschade Raad en het Schadefonds Geweldsmisdrijven spreken alle hun steun uit voor het onderhavige wetsvoorstel.
De mensen werkzaam bij deze organisaties komen dagelijks in aanraking met slachtoffers van individuele ongevallen, misdrijven en rampen en hun naasten of nabestaanden. Zij menen dat het vergoeden van affectieschade voor naasten of nabestaanden helpt om hun leed te verzachten en een plaats te geven. Hun steun motiveert mij zeer bij de behandeling van dit wetsvoorstel in uw Kamer.”

“De voorgestelde regeling is afgebakend met het oog op een voortvarende afwikkeling van de vergoeding tot affectieschade: er bestaat uitsluitend een aanspraak op vergoeding in het geval van overlijden of ernstig en blijvend letsel van een gekwetste, de aanspraakgerechtigden worden in de wettelijke regeling genoemd”.
In zijn beantwoording van de vragen gaat de minister onder andere in op zaken betreffende  de behoefte aan vergoeding van affectieschade, het begrip “ernstig en blijvend letsel”, de kring van gerechtigden, zorgschade en vergoedingsmogelijkheid. Deze memorie is vanmiddag besproken in de commissie Justitie en Veiligheid (J&V) als 4e agendapunt.

De volledige nadere memorie van antwoord is te vinden op de website van de Eerste Kamer onder kenmerk 34.257

BRON: EersteKamer.nl