Hoe is het gesteld met de verkeersveiligheid van touringcars en reisbussen? Deze vraag kan in je opkomen na de nieuwsberichten over busongelukken in Nepal, Panama en op Haïti. Maar ook door de hernieuwde aandacht voor het busongeluk van 2012 in Zwitserland. En dan te bedenken hoeveel vakantiegangers straks weer met reisbussen en touringcars naar hun bestemming zullen worden gereden. Dus eigenlijk wel logisch dat de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (de SWOV) daar een onderzoek naar heeft gedaan.

Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV) heeft aan de SWOV gevraagd om de verkeersveiligheid van het reizen met een touringcar te vergelijken met de veiligheid van andere middelen van vervoer. Hiervoor is een vergelijking gemaakt tussen bussen (touringcars en OV) en personenauto’s die in Nederland bij ernstige verkeersongevallen betrokken waren in de periode 1993-2014.

Onderzoeksvragen

De volgende onderzoeksvragen van de KNV stonden in het onderzoek centraal:

  • Wat zijn de verschillen in verkeersveiligheid tussen de modaliteiten trein, ov-bus, touringcar en auto, op nationaal en, indien mogelijk, internationaal niveau?
  • Wat zijn de verschillen in verkeersveiligheid tussen de modaliteiten touringcar en vliegtuig op internationaal niveau
  • Wat is de impact van touringcars op het aantal doden en gewonden in het verkeer?
  • Wat zijn de mogelijke oorzaken van een eventueel ongeval met een touringcar (techniek, chauffeur, andere weggebruiker, etc.)?
  • Levert de inzet van touringcars een impliciete bijdrage aan de verkeersveiligheid doordat er minder auto’s de weg op gaan?

Resultaat

SWOV heeft deze onderzoeksvragen op basis van de beschikbare gegevens behandeld in haar rapport ‘Touringcars en verkeersveiligheid; Vergelijking van de veiligheid van bussen met auto’s.’ Uit het onderzoek komt naar voren dat het voor reizigers veiliger is om met een bus te reizen dan met een auto. Het risico om bij een ongeval te overlijden is in een bus ongeveer 15 keer zo klein als in een auto. Voor ernstig verkeersgewonden is dit verschil in risico ongeveer een factor 17.

Daar staat tegenover dat busongevallen voor de weggebruiker buiten de bus (de tegenpartij) vaker ernstig aflopen dan auto-ongevallen. Het risico om te overlijden dóór de bus is ongeveer 8 keer zo groot als door de auto. Voor ernstig verkeersgewonden is dit verschil in risico eveneens een factor 8.
Als wordt aangenomen dat busvervoer autoritten vervangt, is het netto veiligheidseffect onder andere afhankelijk van de bezettingsgraad van beide vervoermiddelen, dat wil zeggen het aantal inzittenden.

Veilig op weg?

Volgens de SWOV zou de touringcar de veiligste vorm van personenvervoer over de weg zijn. De KNV als de koepelorganisatie voor het beroepspersonenvervoer  ervaart de uitkomsten als een prettige steun in de rug. Het sterkt de brancheorganisatie in haar ambitie om de touringcar verder onder de aandacht brengen als groenste, efficiëntste, en nu ook veiligste wijze van personenvervoer over de weg. Tonnie Hodes, voorzitter van KNV Busvervoer, is verheugd over de uitkomsten van het onderzoek. ‘Dit bevestigt de brede inzetbaarheid van de touringcar. Naast flexibel en duurzaam is de touringcar ook nog eens reuze veilig. Omdat een touringcar gemiddeld dertig personenauto’s van de weg haalt, komt daar nog bij dat het ook rustiger, en dus veiliger, wordt op de weg’. De KNV heeft bovengenoemde onderzoeksresultaten op haar nieuwjaarsreceptie overhandigd aan staatssecretaris Dijksma van Infrastructuur en Milieu.