De voorgestelde nieuwe wet over affectieschade kan ervoor zorgen dat iemand die een nauwe persoonlijke relatie heeft met een slachtoffer dat door een ander ernstig en blijvend gewond raakt of overlijdt, in de toekomst recht heeft op een vergoeding voor immateriële schade. Werkt dit een claimcultuur in de hand?

Op grond van de voorgestelde wet over Affectieschade kan een nabestaande/naaste die een nauwe persoonlijke relatie heeft met een slachtoffer dat door toedoen van een ander ernstig en blijvend gewond raakt of overlijdt, in de toekomst recht hebben op een vergoeding voor immateriële schade.
Minister Blok beantwoordde afgelopen week vragen van Eerste Kamerleden, onder meer over de vraag of de voorgestelde wet zal leiden tot een zogenoemde ‘claimcultuur.’

Wetsvoorstel al aangenomen door Tweede Kamer

Enige tijd geleden is het wetsvoorstel affectieschade aangenomen door de Tweede Kamer. Kort geleden, op 12 september 2017, heeft de Eerste Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie antwoord ontvangen van minister Blok op vragen die zijn gesteld door de Eerste Kamerfracties naar aanlelding van dit wetsvoorstel.
De VVD-fractie heeft zich onder meer afgevraagd wat precies het doel is van de nieuwe regeling voor affectieschade, aangezien nabestaanden c.q. naasten vooral behoefte lijken te hebben aan een tegemoetkoming van de zijde van de schadeveroorzaker, terwijl de vordering tot affectieschade doorgaans niet door de schadeveroorzaker zelf maar door een aansprakelijkheidsverzekeraar zal worden betaald.

Functiestoornis: ten minste 70 procent

Ook hebben enkele fracties opheldering gevraagd over het begrip ‘ernstig en blijvend letsel’. Aangenomen wordt dat hiervan in ieder geval sprake zal zijn bij een blijvende functiestoornis van ten minste 70 procent. Maar leidt dit niet tot (meer) geschillen over de vaststelling van dat percentage? Daarnaast vragen de VVD- en CDA-fracties zich af wat valt onder een ‘nauwe persoonlijke relatie’. Wordt de kring van gerechtigden daardoor niet teveel opgerekt?
In zijn antwoord staat de minister stil bij de ervaringen van andere Europese landen waar op dit moment al in enige vorm de mogelijkheid tot vergoeding van affectieschade bestaat. Men zou zich daar niet geconfronteerd zien met een ‘claimcultuur’, aldus de minister. Ook in Nederland zou de voorgestelde wet niet bijdragen aan een dergelijke ontwikkeling: “De situaties waarin een aanspraak bestaat op affectieschade zijn te beperkt, de gerechtigden tot affectieschade zijn begrensd, en het wetsvoorstel gaat uit van vaste bedragen.”

Wetsvoorstel affectieschade eerder verworpen

De praktijk zal moeten uitwijzen of het wetsvoorstel al dan niet een claimcultuur in de hand werkt of daaraan bijdraagt. Überhaupt moet het voorstel eerst nog worden aangenomen door de Eerste Kamer. Nog in 2010 heeft de Eerste Kamer een vergelijkbaar wetsvoorstel over affectieschade verworpen. In december 2013 heeft staatssecretaris Teeven in een Algemeen Overleg met de 2e Kamer aangegeven dat er een nieuw voorstel komt dat voorziet in vergoeding van affectieschade, maar dat voorstel werd pas in juni 2015 ingediend en ligt nu opnieuw bij de Senaat. De Eerste Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie bespreekt in een commissievergadering op 26 september 2017 de nadere procedure. Hierin wordt bepaald hoe de verdere voorbereiding zal verlopen en wanneer de plenaire behandeling zal plaatsvinden.

BRON: AMweb