Chroom-6-advocaat Rob Bedaux, die vecht voor de belangen van zieke oud-Defensiewerknemers, gaat in beroep tegen het vonnis dat de Maastrichtse rechtbank in februari in zijn zaak velde. Dat heeft de advocaat dinsdag bekendgemaakt. Het hoger beroep dient op dinsdag 15 mei 2018 bij het gerechtshof in Den Bosch .

Dit bericht stond op 1 mei j.l. onder andere in het dagblad De Limburger en werd door diverse media overgenomen. Want op dinsdag 15 mei dient er geen hoger beroep, maar beide partijen moeten zich voor 15 mei 2018 hebben gemeld voor het hoger beroep in Den Bosch. De Stichting NLpoms heeft dat reeds gedaan. Defensie heeft voor zover bekend nog niet gereageerd.

Foutje

De rechtbank Maastricht oordeelde eerder dat Bedaux zich bij het foute loket had gemeld. Hij had de zaak moeten aanbrengen bij de bestuursrechter, in plaats van te kiezen voor een civiele zaak. Immers: de Stichting Gedupeerden Gevaarlijke Stoffen NL-POMS namens wie de raadsman pleit, vertegenwoordigt vooral voormalig ambtenaren; meenden de rechters. De Heerlense advocaat is het daar niet alleen mee oneens – “er werkten op die POMS-sites in Brunssum en Eygelshoven bijvoorbeeld ook allerlei burgers en ondernemers” – hij vindt vooral dat de magistratuur er zich “veel te gemakkelijk van heeft afgemaakt.”

Chroom-6

Bedaux vecht al sinds 2014 voor genoegdoening namens ruim honderd chroom-6-zieken. De oud-medewerkers waren op de sites verantwoordelijk voor de opslag en onderhoud van Amerikaans legermaterieel. Bij het schuren en stralen van de tanks kwam het zeer kankerverwekkende chroom-6 vrij uit de CARC-verflaag waarmee de voertuigen waren behandeld. De advocaat stelt dat Defensie het personeel willens en wetens te weinig tegen dat risico heeft beschermd. Defensie bestrijdt dat. Eind 2016 klaagde Bedaux de Staat aan. Hij keert de bewijslast om: Het ministerie moet maar bewijzen dat er geen verband is tussen het bovenmatig hoge aantal sterfgevallen onder het voormalig POMS-personeel en de blootstelling aan chroom-6.

Bedaux eist in hoger beroep, net als indertijd in Maastricht, een individuele schadevergoeding van 9.000 euro voor elk van zijn cliënten.

BRON: De Limburger, Stichting NLpoms