Het kabinet is vooralsnog niet van zins uitkeringen wegens letselschade vrij te stellen van de vermogensinkomensbijtelling. Dat is op te maken uit het antwoord van staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid) op Kamervragen. Van Rijn geeft als argument de systematiek van de vermogensinkomensbijtelling bij het bepalen van eigen bijdragen. Het kabinet wil hier niet aan tornen.

Verzekeraars kunnen bij het vaststellen van de omvang van de schadevergoeding rekening houden met de kosten die het slachtoffer heeft als gevolg van de vermogensinkomensbijtelling. Op die manier komen eventuele negatieve fiscale gevolgen niet voor rekening van het slachtoffer zelf kom maar worden ze meegenomen in de begroting van de schade. Dit stelt staatssecretaris Martin van Rijn (Volksgezondheid) in antwoord op Kamervragen.

Het Verbond van Verzekeraars bepleit al langer, samen met andere organisaties, voor een vrijstelling van de vermogensinkomensbijtelling voor letselschadeslachtoffers. De fiscus ziet schade-uitkeringen als vermogen waardoor slachtoffers vaak allerlei toeslagen dreigen kwijt te raken en moeten bijbetalen voor zorg. Tot 2013 genoten letselschadeslachtoffers een vrijstelling voor de vermogensinkomensbijtelling. Door de invoering van de Wmo geldt sinds dat jaar een eigen bijdrage voor zorg die afhankelijk is van het vermogen. Dit wordt vastgesteld door de belastingdienst.

Uitzonderingsgrond

De VVD Kamerleden Aukje de Vries, Visser en Van Wijngaarden stelden Kamervragen over deze kwestie aan staatssecretaris Van Rijn. Die is echter niet te vermurwen om opnieuw een brede uitzonderingsgrond te introduceren, zo stelt hij in zijn Kamerbrief. “Net als voor de inkomstenbelasting wordt voor de eigen bijdrage niet gekeken naar de herkomst van het vermogen. Overigens is dit al jarenlang geldend recht. Ook voordat het verzamelinkomen werd ingevoerd, telde het inkomen uit vermogen mee voor het vaststellen van de hoogte van de eigen bijdrage van de toenmalige Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ).”

Daadwerkelijke draagkracht

Van Rijn wijst erop dat de vermogensinkomensbijtelling is ingevoerd om de eigen bijdragen in de langdurige zorg meer te baseren op de daadwerkelijke draagkracht van de verzekerden. “Verzekerden die, al dan niet naast hun maandelijkse arbeidsinkomen, uitkering of pensioen, een vermogen hebben, betalen door het betrekken van het vermogen een eigen bijdrage die meer in overeenstemming is met hun financiële situatie dan wanneer uitsluitend via het inkomen uit sparen en beleggen rekening wordt gehouden met het vermogen.”

Hij vervolgt: “Overigens wordt er vanuit gegaan dat letselschadeverzekeraars bij de vaststelling van de omvang van de schadevergoeding rekening houden met de kosten die het slachtoffer heeft als gevolg van de vermogensinkomensbijtelling, zodat de vermogensinkomensbijtelling niet voor rekening van het slachtoffer zelf komt, maar wordt meegenomen in de begroting van de schade.”

BRON: AMweb