Onlangs werd in de media opnieuw aandacht besteed aan de zaak van de bekkenbodemmatjes. Bijna 40 Nederlands dragers van deze implantaten stellen fabrikanten formeel aansprakelijk voor de ernstige schade, zowel fysiek als mentaal, die ze ondervinden van deze geïmplanteerde kunststof prothesen, aldus de Telegraaf.

Het wereldwijde farmaconcern Johnson & Johnson is veruit het grootste van de nu ook officieel gedagvaarde producenten. Het wordt door de overwegend vrouwelijke gedupeerden verantwoordelijk gehouden voor ,,inferieur gebleken” therapeutische materialen ter behandeling van onder meer verzakkingen van organen in de onderbuik. Bij mannen zijn veelal kunststof bandjes geplaatst vanwege liesbreuken.
Andere bedrijven die gelijke verwijten krijgen van de ’matjesdragers’ zijn het Zwitserse Ethicon Dàrl en het Belgische Gmed Healthcare.

Ook tientallen artsen en ziekenhuizen in Nederland worden door het advocatenkantoor Van der Goen uit Soest, namens de cliëntengroep, verantwoordelijk gehouden voor de toegebrachte medische schade en inwendige verminkingen door bekkenbodemmatjes- en bandjes van het kunststof polipropyleen. Veel gedupeerden getuigen van ondraaglijke pijnen.

Nu dagvaarden

Volgens mr. J.J. van der Goen maken de gedupeerden die nu tot juridische actie overgaan deel uit van een groep van circa honderd dragers van deze kunststof implantaten. ,,Uiteindelijk hebben zich zo’n 1500 personen bij ons gemeld die zeggen schade te ondervinden nadat bij hen een implantaat is geplaatst, zijnde een bandje of matje van (gedeeltelijk) kunststof materiaal, ook wel bekend als een ’mesh’.”  Zie ook MeshedUp!
Van der Goen sluit niet uit dat de groepsactie met tientallen gedupeerden de komende maanden wordt uitgebreid, ook ten aanzien van het aantal verantwoordelijk gestelde producenten: ,,Er zijn nu al acht fabrikanten gelokaliseerd.”

De advocaat stelt dat de nu aangesproken bedrijven en Nederlandse ziekenhuizen en artsen zonder uitzondering aansprakelijkheid voor de gesignaleerde medische schade hebben afgewezen. ,,Daarom richten wij ons nu als eerste tot Johnson & Johnson, omdat dit concern door de rechter in de VS al enige keren tot een hoge schadevergoeding is veroordeeld, vanwege aangetoonde schadelijkheid van dezelfde prothesen.” Door zó te handelen hopen de Nederlandse gedupeerden tijd te winnen in een proces dat vrij zeker jaren gaat duren, aldus de Telegraaf.

Al langer bekend

In december 2012 wijdde het TV-programma Radar een gedeelte van haar uitzending aan het drama van de bekkenbodemmatjes. Mede naar aanleiding daarvan kwam het IGZ in 2013 met een rapportage over complicaties bij de toepassing van transvaginale mesh (bekkenbodemmatjes). De Inspectie adviseerde dat mesh terughoudend toegepast moest worden. Eerst moest gekeken worden of andere behandelingen mogelijk waren.
Maar in uitzendingen van september 2015 en maart 2016 kon het programma Radar aantonen dat de fabrikant Johnsons & Johnson al vóór de marktintroductie op de hoogte was van de ernstige bijwerkingen die hun bekkenbodemmatje Prolift kon hebben. De fabrikant zal dus moeilijk kunnen volhouden dat ze niet wist dat ze een gebrekkig product op de markt ging brengen. En de Amerikaanse gezondheidsinspectie (FDA) gaf al in 2008 een ernstige waarschuwing tegen het gebruik van de matjes, die in 2011 nog werd herhaald.