Te veel slachtoffers krijgen te maken met langslepende letselschadezaken door nalatige verzekeraars die hun eigen gedragscode schenden. Alleen de wetgever kan hier nog ingrijpen, aldus een artikel in Trouw.

Hoewel het haaks staat op de Gedragscode Behandeling Letselschade (die door verzekeraars onderschreven is), duurt ruim tien procent van alle letselschade zaken te lang. Namelijk vijf tot tien jaar. Voor slachtoffers heeft dit grote gevolgen: zij kunnen zich vaak onvoldoende richten op hun herstel. Daarbovenop zorgt dit vaak voor financiële problemen. Daarom moet de wetgever ingrijpen.

Gedragscode

Al in 2012 stelde de Letselschade Raad een (nieuwe) gedragscode vast. Hierin staan tien gedragsregels die door professionele beroepsbeoefenaars – onder wie verzekeraars – worden onderschreven. De regels geven onder andere aan dat verzekeraars binnen veertien dagen na de aansprakelijkstelling de ontvangst moeten bevestigen en direct een onderzoek naar de aansprakelijkheid dienen te beginnen. En dat verzekeraars binnen drie maanden na ontvangst een standpunt moeten innemen over de aansprakelijkheid. Ook staat beschreven dat, als de schadebehandeling langer duurt dan twee jaar, er op initiatief van de verzekeraar moet worden nagegaan wat hiervan de oorzaak is. Ze moeten dan maatregelen treffen om de zaak alsnog snel af te ronden.
Maar de praktijk laat zien dat deze regels nogal eens worden geschonden. De afwikkeling duurt langer dan nodig en slachtoffers van letselschade worden ook het slachtoffer van nalatige verzekeraars. Een realiteit die in het voorjaar van 2019 door het televisieprogramma Radar werd bevestigd.

Oplopen tegen een muur

In een poging om zelf het afwikkelingsproces te versnellen, lopen letselschadeslachtoffers regelmatig tegen een spreekwoordelijke muur op. De beste optie op dit moment is om de verzekeraar op zijn verantwoordelijkheid – en nalatigheid – in het handelen naar de gedragscode aan te spreken. Bijvoorbeeld als hij de ontvangst van aansprakelijkstelling niet tijdig heeft bevestigd of het onderzoek niet op tijd is begonnen. Ook kan na twee jaar een verzoek tot evaluatie worden ingediend.
Een andere optie is om de verzekeraar verantwoordelijk te houden voor de trage afwikkeling van de letselschade. Zo schoot het gerechtshof in Arnhem eind 2018 een letselschadeslachtoffer te hulp door het vaststellen van immateriële schade (€ 10.000,00) door onzorgvuldige en trage behandeling van een verzekeraar.

Ingrijpen wetgever

Behalve dat het zeer onwenselijk is dat letselschadeslachtoffers zélf de verzekeraar op het matje moeten roepen om zich aan de eigen gedragscode te houden, biedt dit geen duurzame oplossing. Een einde aan deze impasse komt er alleen als de wetgever ingrijpt. Alleen die is in staat de gedragsregels vast te leggen in de wet en sancties te verbinden aan het niet naleven van de afspraken. Ook zou de wetgever tuchtrecht kunnen invoeren, zodat letselschadeslachtoffers een officiële klacht kunnen indienen tegen verzekeraars.

Onderzoek

De verantwoordelijk minister voerde in februari 2018 een gesprek met de Letselschade Raad over de oorzaken van langlopende letselschadezaken. Daarna startte een onderzoek door de Universiteit Utrecht. De resultaten werden vóór de zomer van 2019 verwacht, maar zijn (ironisch genoeg) vertraagd. Nu wordt het voorjaar 2020. Voor (toekomstige) letselschadeslachtoffers is het hopen op resultaten die de noodzaak van het ingrijpen van de wetgever onderstrepen.

BRON: Trouw