Op 21 december vorig jaar meldde Zembla dat Defensie uit personeelsdossiers informatie heeft verwijderd. In deze informatie zou onder andere staan dat mensen gewerkt hebben met gevaarlijke stoffen, zoals het kankerverwekkende chroom-6. Het gaat om informatie van (ex-) medewerkers van vliegbasis Twente, Soesterberg en Gilze-Rijen. Afgelopen week heeft staatssecretaris van Defensie in een Kamerbrief hierop gereageerd.
In de brief wordt vermeld dat op 12 maart 2015 door één van de betrokkenen melding over de vermissing van registratieformulieren is gedaan, waarbij deze ook melding deed van acht andere medewerkers die hetzelfde zou zijn overkomen. Naar aanleiding hiervan heeft Defensie een onderzoek gedaan, waarbij is vastgesteld dat er in één van de negen gevallen, geen blootstellingsregistratie van gevaarlijke stoffen is aangetroffen. De melder is hiervan op de hoogte gebracht op 16 maart 2015. Ook is de medewerker in kwestie geïnformeerd door het CLSK (Commando Luchtstrijdkrachten).
Bij de melder is dus wel een blootstellingsregistratie aangetroffen, maar niet het formulier waarom hij gevraagd had. Daarvoor zegt staatssecretaris Visser dat de verwijdering van het formulier onbedoeld heeft plaatsgevonden tijdens opschoning van de personeelsdossiers, voorafgaand aan het scannen van de documenten ten behoeve van de digitalisering van de personeelsdossiers. Op 16 november 2015 is de melder hierover geïnformeerd.
Om herhaling te voorkomen zijn er sinds 2016 twee vaste formulieren in het dossier van elk personeelslid opgenomen ten behoeve van de blootstellingsregistratie van gevaarlijke stoffen. Aan het eind van de brief vermeldt de staatssecretaris dat het ontbreken van een blootstellingsformulier geen beletsel is om een beroep te doen op de coulanceregeling.
De brief is in zijn geheel hier terug te lezen.