Schadevergoeding chroom-6 ‘klap in gezicht’
De materiële schadevergoeding, die het ministerie van Defensie aanbiedt aan slachtoffers nabestaanden die hebben gewerkt met chroom-6, is volstrekt onvoldoende. “Het is een klap in hun gezicht”, zegt letselschade-expert Yme Drost.
Excuses aangeboden
Staatssecretaris Visser van Defensie bood vandaag haar excuses aan voor de ernstige fouten die Defensie maakte bij het werken met chroomhoudende verf. Drost complimenteert de staatssecretaris voor het feit dat ze zo uitgebreid namens Defensie excuses maakte. “Ik maak het zelden mee dat iemand zo uitbreid en duidelijk excuses maakt. Uitstekend gedaan.”
Alleen voor slachtoffers POMS
Maar volgens Drost is daarmee de kous niet af. Alhoewel een collectieve regeling wordt aangeboden, is er relatief maar een zeer kleine groep mensen die voor de schadevergoedingsregeling in aanmerking komt. Drost: “De groep is voorlopig beperkt tot de slachtoffers van de POMS en geldt nadrukkelijk nog niet voor ander Defensie personeel dat bloot is gesteld aan Chroom-6. Defensie rept met geen woord over het feit dat men aansprakelijk is voor het feit dat men überhaupt mensen opzettelijk aan een gevaarzettende situatie heeft blootgesteld. De overheid moet nota bene instaan voor de veiligheid van haar burgers. Tot slot wordt maar een beperkt aantal aandoeningen en ziektes erkend als mogelijk komend door Chroom-6. Omdat de ene ziekte wel, en de andere ziekte niet wordt erkend, vallen veel slachtoffers buiten de boot. Maagkanker wordt bijvoorbeeld wel erkend, maar slokdarm- en darmkanker niet. En dat is opmerkelijk. Want de stofdeeltjes gaan toch via je slokdarm naar je maag, en komen daarna in je darmen terecht. Als gevolg van deze indeling, kan bijna negentig procent van mijn cliënten nu geen aanspraak maken op een vergoeding.”
Materiële schadevergoeding in overleg met vakbonden
Defensie heeft de financiële regeling voor slachtoffers en nabestaanden in overleg met de militaire vakbonden opgesteld. Maar veel mensen voelen zich door de vakbond niet gehoord en/of vertegenwoordigd. Volgens Drost zijn veel slachtoffers niet eens lid van een militaire vakbond en was het beter geweest als letselschade-experts, die slachtoffers vertegenwoordigen, actief bij het opstellen van de regeling waren betrokken. “Op z’n minst had Defensie op dat punt vooraf hun mening kunnen vragen”, aldus Drost.
Kritiek heeft Drost ook op de materiële schadevergoeding van 3.850 euro. “Dat bedrag is veel te laag, met name voor nabestaanden die geen aanspraak kunnen maken op smartengeld. Defensie heeft blijkbaar geen enkel idee welke schade nabestaanden kunnen lijden als de kostwinner wegvalt. Je moet de begrafenis betalen, het inkomen valt weg. Dat je als Defensie dan met zo’n bedrag komt, daar heb ik geen goed woord voor over. Dat had minstens 10.000 euro moeten zijn.”
Te wetenschappelijk benaderd
Al met al vindt Drost dat Defensie de hele zaak te wetenschappelijk heeft benaderd. “Dat het RIVM dat zo doet, begrijp ik. Maar bij het omzetten van die benadering naar een financiële regeling, had Defensie met een ruimere blik moeten kijken. Wat betekent dit maatschappelijk en juridisch? Burgers hebben bijvoorbeeld het recht op een veilige werkplek. Defensie heeft verzaakt die bescherming te bieden.”
De oorlog verklaren
En omdat de regeling alleen geldt voor een beperkt aantal ziekten, verwacht Drost dat met name de slachtoffers die buiten de boot vallen, nu juridische procedures zullen starten. Drost: “Die gaan, zo verwacht ik, wat schade betreft Defensie nu de oorlog verklaren.”
Kijk voor meer informatie over chroom-6 op onze informatiepagina Chroom-6 en/of ons dossier Chroom-6.