ENSCHEDE – De tweede commissie Lemstra komt vandaag met haar rapport over de nasleep van de Jansen Steur-affaire. De commissie moet antwoord geven op de vraag: waar was de patiënt na 2004? Het kan haast niet anders of er worden harde noten gekraakt over de afhandeling van de schadeclaims van gedupeerde patiënten.

Maar het rapport kan ook van belang zijn voor de positie MST-topman Herre Kingma.

Wat is de affaire jansen Steur ook al weer?

Neuroloog Jansen Steur van het Medisch Spectrum Twente (MST) verklaarde grofweg tussen 1999 en 2004 talrijke patiënten ten onrechte ongeneeslijk ziek. Zij slikten daarom jaren onnodig zware medicijnen tegen Alzheimer, Parking son en MS. De arts was in die tijd verslaafd aan medicijnen. In 2004 kreeg hij van de toemalige leiding van het MST en de IGZ de kans om in stilte te verdwijnen. Lemstra I – ingesteld door het MST – was vernietigend. Het ziekenhuis had alleen aan haar eigen imago gedacht, niet aan de gedupeerde. Het rapport heette dan ook veel zeggend: En waar was de patiënt?

Waarom nog een onderzoek, Lemstra II?

De commissie legde de doofpotcultuur tot 2004 bloot. Maar onbeantwoord bleef de vraag: waar was de patiënt na 2004? Waren alle patiënten met een foute diagnose wel opgespoord? En hoe zijn ze behandeld? Gedupeerde patiënten van Jansen Steur vonden dat de onderste steen nog niet boven was. Zij zeggen dat het na 2004 heel moeilijk is geweest hun recht te halen. Volgens letselschade-expert Yme Drost zijn ze zelfs dwarsgezeten in de behandeling van hun schadeclaim. Ook een meerderheid van de Tweede Kamer eiste een nader onderzoek, over de periode van 2004 tot nu.

Wat onderzoekt Lemstra II?

Gekeken wordt naar de rol van de verzekering van het ziekenhuis. Maar vooral de rol van de artsen in het MST, de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen. Wat wisten zij nou precies van de gevolgen van het disfunctioneren van Jansen Steur, wanneer dan precies en wat deden ze met die kennis? Oud-patiënten van de neuroloog hebben een brief met een aantal vragen gekregen. Zoals: Bent u gewezen op de mogelijkheid een klacht in te dienen? Heeft u advies gekregen hoe dat te doen? Heeft u uw dossier opgevraagd en gekregen en was het dossier compleet?

Is het rapport van belang voor de positie van MST-topman Herre Kingma?

Ja. Als aangetoond wordt dat Kingma ook de patiënten aan hun lot overliet, dan is het de vraag of het de juiste man op de juiste plaats is om te voorkomen dat zo’n affaire nog eens voorkomt. Maar valt hem niets te verwijten, dan is zijn positie gesterkt.

Uitgerekend in de periode dat Jansen Steur ontspoorde was Herre Kingma de hoogste baas bij de Inspectie voor de Volksgezondheid (IGZ). In februari 2007 trad hij daarna aan als bestuursvoorzitter van het MST. De affaire ‘raakt’ Kingma dus in twee functies. Zelf heeft Kingma verklaard nooit op de hoogte te zijn geweest. Hij ontdekte het in het MST pas toen de omvang van het schandaal eind 2009 via deze krant en RTV Oost naar buiten kwam.

In zijn rol als inspecteur-generaal bij de IGZ is Kingma inmiddels vrijgepleit door de commissie Hoekstra. De inspecteurs handelden de zaak Jansen Steur af, zonder overleg met hem. Lemstra II kan hem definitief vrij pleiten.

En de de rol van de verzekering?

Tal van gedupeerde patiënten hebben schadeclaims ingediend. Volgens hun letselschade-adviseur Drost waren in veel gevallen de dossiers niet compleet. Drost zegt ook doorlopend te zijn tegengewerkt door Medi Risk, die claims vrij bot afwees. Iets wat overigens niet uniek lijkt te zijn in de wereld van letselschades. Lemstra kennende zal hij dat proces kritisch analyseren. Het ligt voor de hand dat hij met een reeks aanbevelingen komt, die een eind moeten maken aan de vaak juridische lijdensweg na een medische fout. Dat kan meer betekenis hebben dan alleen de affaire Jansen Steur.

Bron : TCTubantia