Uit meetrapporten uit 1999 en 2002, opgemaakt in opdracht van de landmacht, blijkt dat er op militaire NAVO onderhoudsbases tot acht keer meer chroom-6 aanwezig was dan de norm destijds toestond. Defensie weet dus al vijftien jaar dat zijn medewerkers blootgesteld werden aan veel te hoge concentraties van de zeer kankerverwekkende stof.
Chroom-6 aanwezig op POMS-sites
Vijf zogeheten Poms-sites waren er in Nederland, waaronder één in Vriezenveen. Hier werd in opdracht van de NAVO legermaterieel van de Amerikanen onderhouden. De verf en lak die hiervoor gebruikt werd, bevat het zeer kankerverwekkende en giftige chroom-6. Dat blijkt uit het onderzoeksrapport uit 1999. Letterlijk staat in het rapport te lezen: “Bij machinale schuurwerkzaamheden komen te hoge concentraties chroom-6 vrij”. Vervolgens vermeldt het rapport ook nog, dat het ventilatiesysteem niet voldeed, waardoor mogelijk vergiftigde lucht de werkruimte in kwam. Acht keer hoger dan de norm van TNO Bouw waren de concentraties in de depots. Toxicoloog Martin van den Berg van de Universiteit Utrecht zegt hierover in de Volkskrant van 21-08-2014: “De gevonden waarden zijn belachelijk hoog. Chroom-6 is een stof die kankerverwekkend is omdat hij wijzigingen aanbrengt in het DNA”. Volgens Van den Berg is omgang met chroom-6 nog gevaarlijker dan met asbest. Iedere blootstelling kan in principe tot kanker leiden. “Inademen, contact met de huid en inslikken moet voorkomen worden”, aldus Van den Berg in de Volkskrant.
Werkomstandigheden met Chroom-6
Het onderzoeksteam deed destijds de aanbeveling het schuren van de tanks alleen nog in de buitenlucht te laten plaatsvinden. En er zou een extra werknemer moeten komen om met een speciale stofzuiger de vrijkomende deeltjes op te zuigen. Oud-werknemers geven aan dat zij nooit van deze maatregelen gehoord hebben. Henk Coort, voormalig werknemer van Defensie: “Ze hebben ons onvoldoende beschermende middelen aangeboden, ook zijn ze niet transparant geweest met meetresultaten“. Heinz Pol (arbeidshygiënist, die bij de arbodienst van Defensie het onderzoek uitvoerde) bestrijdt dit. Volgens hem is in Vriezenveen het voltallig personeel voorgelicht in de kantine.
De verantwoordelijkheid voor het opvolgen van deze aanbevelingen lag bij Rob Kuijper, tot 2006 general manager van de NAVO depots. Eerder gaf hij in de Limburger van 19-08-2014 aan, dat hij benieuwd was naar de maatregelen die onder zijn bewind genomen zijn. Nu geeft Kuijper in de Volkskrant echter aan geen uitspraken meer te zullen doen en verschuilt hij zich achter Defensie. Inmiddels hebben zich bij Drost Letselschade al ruim vijftig ex-werknemers gemeld met diverse (ernstige) gezondheidsklachten. Deze werknemers willen nu een schadevergoeding.
Reacties en verwijten
In juni, toen de kwestie betreffende de giftige verf op de NAVO-sites ook al ter sprake kwam, schreef minister Hennis van Defensie nog dat zij ‘geen aanwijzingen’ had voor het feit dat medewerkers ‘structureel waren blootgesteld aan te hoge concentraties gevaarlijke stoffen’. Uit de meetrapporten, opgemaakt in opdracht van de landmacht, blijkt nu dus anders. Hoe dit te verklaren is, weet men bij Defensie nog niet: “We doen op dit moment uitgebreid onderzoek. Tot dat is afgerond zeggen wij niets”.
Van de zijde van slachtoffers wordt gemeld, dat Defensie een dubieuze rol speelt: “Als er sprake was van een bedrijf, was er allang een strafonderzoek gestart. Maar nu het om de gezondheid van hun eigen ex-medewerkers gaat gooit de overheid er met de pet naar”. Ook de ex-medewerkers zelf beschuldigen Defensie ervan de zaak te lang verborgen te hebben gehouden. Henk Coort, ongeveer 25 jaar lang mechanicien bij Defensie: “Ik ken persoonlijk heel veel mensen met kankergerelateerde aandoeningen en gezien de werkomstandigheden, zie ik daar wel een verband tussen. Zelf ben ik nu 56 jaar en door mijn ziekte zit ik thuis, ik ben een goede vakman en had nog graag ergens anders een goede carrière opgebouwd. Nu kan ik geen pensioen opbouwen en moet ik leven van de uitkering. Dat geld is een aspect, maar in eerste instantie gaat het ons over erkenning van het Ministerie van Defensie”.
Vervolg
Een woordvoerster van Defensie heeft vandaag tegenover het ANP gezegd dat er toentertijd meerdere onderzoeken zijn gedaan en dat Defensie daarom nu een groter onderzoek doet. “Men probeert dit zo snel mogelijk te doen, maar het is een complex onderzoek”. De meetresultaten waarover onder andere de Volkskrant beschikt, duiden volgens Defensie weliswaar op de aanwezigheid van giftige stof in de verf, maar geeft geen concrete aanwijzingen dat de medewerkers ook daadwerkelijk zijn blootgesteld aan deze stof. Dit wordt allemaal onderzocht. De SP geeft aan dat minister Hennis een groot probleem heeft als blijkt dat Defensie zijn medewerkers heeft laten werken met de zeer giftige stoffen en zij daardoor nu doodziek zijn geworden. Nog deze week verwacht de SP antwoord op de Kamervragen die zij hebben gesteld aan minister Hennis.