De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft letselschade-expert Yme Drost vandaag laten weten ook hoger beroep aan te tekenen tegen de uitspraak van het Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg tegen de drie oud-bestuurders van het Medisch Spectrum Twente (MST) in de casus Jansen Steur. Alhoewel de IGZ in eerste instantie de tuchtklachten niet ondersteunde, biedt de wet de IGZ altijd de mogelijkheid tegen een uitspraak van een medisch tuchtcollege in hoger beroep te komen, aldus Drost.

Drost ziet de IGZ meer als tegenstander

Drost verwacht dat de IGZ met name de ontvankelijkheid van de tuchtzaken in hoger beroep wil laten toetsen. Drost: “In die zin zie ik ze dan ook meer als tegenstander dan als medestander in het hoger beroep, maar ik laat mij graag verrassen.”

Eerder tekende Yme Drost namens de vijf klagers al hoger beroep aan tegen de uitspraken van het Zwolse tuchtcollege. Drost is het namens zijn cliënten, allen slachtoffers van Jansen Steur, niet eens met de ongegrondverklaring van de klachten, die werden ingediend tegen ex-bestuurder Kingma en Zijlstra. Ook de uitspraak tegen ex-bestuurder Ramaker gaat volgens Drost niet ver genoeg.

Kingma Zijlstra

Medisch Tuchtcollege Zwolle © tekening Jan Hensema

Men wilde kwestie binnenskamers houden

Het Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle berispte ex-bestuurder Ramaker van het MST, omdat hij de IGZ onvoldoende inlichtte over de kwestie rond de inmiddels door de strafrechter tot 3 jaar cel veroordeelde ex-neuroloog Jansen Steur. Het tuchtcollege oordeelde dat het er alles van weg heeft dat de oud-voorzitter de kwestie van de ex-neuroloog binnenskamers heeft willen houden.

Het stuit de slachtoffers met name tegen de borst dat de Raad van Bestuur van het MST, feitelijk ongestraft, de opdracht aan de vakgroep neurologie van het MST kon verstrekken om foute diagnoses van Jansen Steur wel te registreren maar niet, althans niet direct met de patiënten te communiceren, aldus Drost. Ook de opdracht aan de vakgroep om niet actief op zoek te gaan naar slachtoffers van Jansen Steur, gaat volgens Drost veel te ver en is niet in het belang van de individuele gezondheidszorg geweest.

Ontvankelijkheid centraal voor IGZ

Volgens Drost heeft een woordvoerder van de IGZ hem laten weten dat de IGZ, in het kader van haar toezichthoudende taken, met het hoger beroep meer duidelijkheid wil verkrijgen in hoeverre het medisch tuchtrecht mogelijkheden biedt om BIG-geregistreerde bestuurders tuchtrechtelijk aan te pakken.
Volgens Drost speelt daar ongetwijfeld ook bij mee dat drie voormalige inspecteurs van de IGZ zich in april voor de medische tuchtrechter moeten verantwoorden in de kwestie Jansen Steur. De IGZ heeft in die zaak primair gepleit voor niet-ontvankelijkheid. De overeenkomsten op dit punt met het verweer in de tuchtzaak van de bestuurders van het MST zijn volgens Drost treffend.